11. Juin 2012– Roland Garros
11. Juin 2012– Roland Garros
Het kostte wat moeite om op
dinsdagmiddag opeens vrij te kunnen krijgen omdat ik een klein beetje vergeten
was te melden dat ik vandaag naar de kwartfinale van Roland Garros zou gaan -
maar dat stond in geen enkele verhouding tot de moeite die ik vier maanden eerder
had gedaan om überhaupt een kaartje hiervoor te kunnen krijgen. En zo stapte
ik, met een stokbroodje in mijn hand, vanmiddag net na de lunch, vrolijk op de
fiets om het kwartiertje tussen kantoor en tennisbaan af te leggen. Het
zonnetje scheen, het was rustig op straat, en al fietsend bedacht ik mij opeens
dat ik geen enkel idee had waarom dit gebeuren eigenlijk Roland Garros heet.
Van de vier Grand Slams lijken Wimbledon en Melbourne mij vrij duidelijk – en
Flushing Meadows in New York ligt naast de Flushing River en Flushing Bay,
leerde Wikipedia mij zojuist.
Maar
Roland Garros? Ik heb er zo’n vijf maanden naast gewoond en tientallen keren om
heen gerend, en nergens was een Roland Garros rivier, bos, of baai te bekennen.
Omdat de kwart finale dames nogal uitliep, en er dus tijd over was, bracht
eenmaal binnen het lokale museum uitkomst – Roland Garros (1888 – 1918) bleek
een Franse vliegenier en WO-I piloot te zijn geweest, die de eerste vlucht ooit
heeft gemaakt van Europa naar Noord-Afrika. Omdat hij tussen het vliegen door
nogal veel en hard tegen een tennisbal sloeg, en Frankrijk erg goed is om zijn
helden te eren, werd in 1920 het huidige Roland Garros naar hem vernoemd. Wat
een eer.
Met
ook dit raadsel opgelost wandelde ik wat over het terrein. Het bleek een soort
klein dorp midden in het grote Parijs, wat aan alle kanten historie uitademde.
Iedereen was goedgemutst, zag er Paris-chique uit, dronk Perrier met een
schijfje citroen of een champagne cocktail, at een broodje, of kocht een ijsje à
raison van vijf euro. Ik kocht voor een belachelijke 23 euro het officiële
‘Roland Garros kinder-zomer hoedje’ voor Eva, zag mijn voormalig werkgever
speciale ‘tennis-deodorant’ verkopen (terwijl ik toch altijd dacht dat zweten
juist het doel van sporten was), en nam een kijkje bij het rolstoel tennissen.
Knap. Toen ik het programma wat beter bekeek, begreep ik ook hoe ze dit tot een
3-weken durend evenement kunnen maken. Naast de standaard singles / doubles
voor mannen en vrouwen, blijken er dus ook complete tennis programma’s te zijn
voor ‘boys’, ‘girls’, ‘wheelchairs’, ‘qualifiers’, ‘Perrier legends’, en alle
mogelijke combinaties daartussen in. Het mooiste was echter toch wel de aparte
warming-up baan voor de ballenjongens / meisjes. Voor de wedstrijd dienen ze warm
te draaien in het op een juiste manier overgooien van de ballen, om daarna
direct weer in de houding doodstil gaan staan in een hoekje van de tennisbaan
met voeten tegen elkaar en armen achter de rug om de spelers niet te storen. En
onderwijl in je neus peuteren is niet de bedoeling.
Wat een contrast met een
voetbalwedstrijd.
Langzaam
zakte ik af naar de wedstrijd Federer – del Potro. De laatste maakte Federer
het in de eerste twee sets zeer lastig (2-0) maar daarna stond Federer op,
enigszins geholpen door een knieblessure van del Potro. Opeens werden
snoeiharde aces afgewisseld met ballen die zwanger van topspin zachtjes en
onbereikbaar achter het net belanden. Publiekslieveling Federer won, en was
blij, want helemaal verdiend was het niet, en dat wist hij ook.
Terug
naar huis begon het zachtjes te regenen, en dit alles op zomaar een dinsdagmiddag
in Parijs.
(Het
poppetje onderaan is Federer...)
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire