vendredi 21 octobre 2011

1. Octobre 2011 - Arrivee


Het Gare du Nord is een station zoals een treinstation hoort te zijn – een station waar de rails eindigt. De treinen, uit alle windstreken, komen tot halt tegen zo een ouderwets rood-wit blok met twee ijzeren uitstulpsels, waarvan je toch iedere keer weer afvraagt of zij nu echt bestand zijn tegen een TGV die even vergeten was te remmen. Waarschijnlijk niet. Het einde van het perron gaat moeiteloos over in kiosken die veel te duur water en halve stokbroden ham met een blaadje sla verkopen aan de reizigers die vertrekken – niet aan hen die aankomen. Op een zonnige maandagmiddag kom ik aan, beladen met tassen vol kleren, en weet niet zo goed hoe ik me voel. De zon breekt door het glazen dak van het station, dat is mooi, en ergens is er een soort van euforie om hier te zijn, terwijl een Franse drugshond aan mijn tassen snuffelt. Maar ik weet het nog niet zo goed. Ik stap in de metro, zo achteloos mogelijk, alsof ik precies weet hoe het hier werkt. Ik doe mijn iPod af, in de verwachting mooie Franse gesprekken te horen - maar in de metro zegt niemand iets zinnigs. Het is warm, het duurt lang, maar uiteindelijk ben ik waar ik schijn te horen zijn – Montparnasse, een hotel. Nou ja, hotel is een groot woord. Grote schoenendoos is een betere benaming. Ik pak mijn spullen uit, zoek naar de roomservice kaart die niet bestaat, besef dat ik verwend ben, en besluit uiteindelijk naar buiten te gaan. En daar is Parijs. Eindelijk. Zoals Parijs hoort te zijn. Grandeur, ouderwetse metro bordjes, mooie mensen, rustieke bomen, verdwaalde toeristen, toeterende taxi’s, restaurants – en vooral veel leven. Ik loop wat rond, en besluit bij de brasserie op de hoek de plate du jour te nemen. Escargots, steak bearnaise, glas wijn. Kan het treffender? Naderhand koop ik nog een Franse krant waar ik niet heel veel van begrijp en maak een licht emotionele wandeling door de buurt. Moet ik nu lachen of huilen? Ik ben verdrietig om wat er is gebeurd, en wat ik achterlaat. Maar ik voel mij nu al goed in Parijs, dus besluit vanaf nu vooruit te kijken.

Het is gelukt. Ik woon in Parijs.