12. Août 2012 - L'ete
Het is zomer in Parijs. Langs de Seine, bij Hotel
de Ville en nog een paar andere plekken, hebben boten volgeladen met zand ’s
nachts Paris Plages gecreeerd, de eerste stadstranden van Europa. Met een goed
glas wijn kun je op een strandstoel naar mooie mensen en de Notre Dame liggen
kijken. Het is drukkend warm in de metro, terwijl deze toch ondergronds ligt.
De tram (die is er inderdaad) is de overtreffende trap – plakkend staat iedereen in de spits tegen
elkaar gedrukt, niet afwijkend van de Parijse gewoonte om zo dicht mogelijk bij
de uitgang te staan, terwijl er anderhalve meter verderop voldoende plaats is. Vanaf
de bank in mijn huis zie ik iedere avond de hemel oranje kleuren boven de
Eiffeltoren. In Jardin Luxembourg liggen mensen wat op het gras, wolken
bestuderend, dommelend, dromend. Jonge stelletjes waarvan het eerste kind net
drie is geworden vermaken zich met de zeilbootjes in de vijver voor le Sénat.
Eén euro voor dertig minuten, dat moet het goedkoopste vermaak in Parijs zijn. Saint
German des Prés broeit. De terassen zitten vol met mooie, jonge, naar elkaar
lonkende mensen. Op zondagmiddag mogen kleine kinderen op evenzo kleine pony’s
rijden in het Parc Montsouris, naast mijn huis. Ouders kijken toe vanaf het
terras en bestellen vast een ijsje voor hun kroost. In augustus gaan vrijwel
alle Parijzenaren op vakantie, waardoor de samenstelling van de stad zichtbaar
veranderd. Er zakt een soort wolk van loomheid over de stad, files en über-driftige
automobilisten zijn opgelost, zelfs fietsen lijkt opeens veilig, en de stad
is vol van toeristen. Voor op het plein bij het Centre Pompidou mag je
dartpijltjes in de zeer dikke buik van een straatartiest gooien.
Het is zomer in Parijs, en er komt allerlei bezoek,
wat fijn en gezellig is - ik ben er toch wel een beetje trots op dat ik hier
woon. E. was een lang weekend over, en het plan was om op quatorze juillet naar
het militaire defile (soort Noord Korea maar dan in West Europa) op de Champs-Élysées
te gaan – niet wetende dat dit al om 09.10 van start ging. Dat hebben we dus
gemist. ’s Avonds werd dat echter ingehaald door met een goede fles champagne
en twee glazen naar het Champ-de-Mars te gaan. Daar waren zo’n 700.000 andere
Parijzenaren met wie wij naar de grootste discobal ooit onder de Eiffeltoren
keken, dansten op Donna Summer, Rick James, en de Bee Gees, terwijl boven onze
hoofden prachtig vuurwerk Parijs in brand stak. Met M. dineerde ik naast het
Place des Vosges, liep lang langs de Seine, en bewonderden we de
tentoonstelling van Helmut Newton in het Grand Palais, waarna we de duurste
lunch ooit hadden op het terras van het aanpalende ‘mini-palais’. Met T&M
heb ik vooral hard gelachen (wie gaat er nu in Parijs in een Zwitsers
restaurant eten?) en we mochten ook nog picknicken op drie stoelen in Jardin
Luxembourg, en fietsen door de stad, en gedrieen op de slaapbank film kijken. En
met Eva – met Eva was het heel bijzonder. Zij kwam een week bij mij op bezoek,
en we beklommen samen de Eiffeltoren (kinderen van drie heben geen hoogtevrees,
weet ik nu), aten ijsjes in de tuin van Musée Rodin, ik leerde haar haar eerste
foto maken, zwommen in veel te koud water, deden gekke dansjes in mooie parken,
en aan het einde van de dag viel Eva in slaap achterop de fiets, zodat ik met één
hand om haar hoofd en één hand aan het stuur mij een weg baande door het
Parijse avondverkeer.
Het is zomer in Parijs, en het is fijn.